Een absoluut fenomeen van vandaag de dag: biologisch voedsel. Wereldwijd letten consumenten in supermarkten op een logo dat aangeeft of iets al dan niet biologisch is. Maar wat is biologisch voedsel nu eigenlijk? Waarom neemt het een steeds belangrijker rol in ons leven in en hoe wordt biologisch voedsel nu eigenlijk verbouwd? Op deze site proberen we al deze vragen voor je te beantwoorden.
Voordat we de nodige aandacht aan biologisch voedsel schenken, gaan we eerst in op de vraag hoe dit voedsel verbouwd wordt. Wel, biologische landbouw is een vorm van landbouw waarbij milieueffecten en dierenwelzijn in ogenschouw worden genomen. Deze landbouwvorm is in de twintigste eeuw ontstaan als gevolg van de industrialisatie van verschillende voedselvoorzieningen.
Logischerwijs gelden er voor de landbouwmethoden van deze landbouwvorm veel strengere regels en voorschriften, vergeleken met conventionele landbouw. Dit heeft in het bijzonder te maken met het al dan niet gebruiken van soorten bestrijdingsmiddelen, kunstmest en organismen die genetisch gemodificeerd zijn. Zoals je in de supermarkt ontdekt, zijn er per voedselsoort diverse keurmerken die opvolging hiervan controleren.
Het is ten strengste verboden om synthetische bestrijdingsmiddelen te gebruiken bij het bedrijven van biologische landbouw. Wel zijn er andere bestrijdingsmiddelen toegestaan:
Met uitzondering van zogeheten ‘kieseriet’, is het verboden om kunstmest bij biologische landbouw te gebruiken. Mestvormen uit overige veehouderijen moeten zoveel mogelijk vermeden worden. Bovendien mag onkruid alleen met de hand of met een machine bestreden worden.
Naast de meeste kunstmestvormen, zijn ook genetisch gemodificeerde gewassen verboden. Dit is zo bepaald door de ‘International Federation of Organic Agriculture Movements’, afgekort IFOAM. Ook volgens de Europese verordening, die wettelijk is vastgesteld, mogen genetisch gemodificeerde gewassen niet worden gebruikt bij biologische landbouw.
Voor biologische landbouw zijn er diverse EU-richtlijnen afgegeven. Volgens deze richtlijnen zijn er in totaal vijftien bestrijdingsmiddelen toegestaan. Dit betreffen meestal gifstoffen van plantsoorten of bacterievormen met een werking die antagonistisch is.
Volgens EU-verordening 404/2008 is bijvoorbeeld de insecticidevorm ‘spinosad’ toegestaan. Deze insecticide heeft een bacteriële oorsprong. Omdat spinosad een gevaarlijke stof voor bijen is, mag deze insecticide niet tijdens de bloeiperiode gebruikt worden.
Andere toegestane bestrijdingsmiddelen zijn ‘koperoctanoaat’ en kaliumcarbonaat. Deze twee bestrijdingsmiddelen worden bij diverse schimmelziekten gebruikt.
Er zijn inmiddels ook EU-vorderingen die gericht zijn op het gebruik van rijpingsbevorderaars. Zo mag ethyleen in sommige gevallen worden gebruikt. Deze stof heeft onder andere een positief effect op het narijpen van diverse citrusvruchtsoorten.
Criticasters kunnen legio redenen opnoemen waarom biologische landbouw vooral veel nadelen geeft. Milieufreaks daarentegen zullen je van hetzelfde aantal voordelen kunnen voorzien. Wat is nu waar? Misschien ligt de waarheid wel in het midden.
Een probleem, of positief gezegd een uitdaging binnen de biologische landbouw, is de afstemming tussen vraag en aanbod. Of net andersom, want boeren die hun biologische producten aan de man willen brengen staan soms op een wachtlijst. Ook komt het voor dat boeren hun biologische productsoorten als ‘gangbaar’ dienen te verkopen tegen veel lagere tarieven. Dit kan dan weer tekorten in biologisch voedsel veroorzaken omdat de vraag groeit en de productie achterblijft.
Hoewel de consument aangeeft meer dier- en natuurvriendelijke landbouw te prefereren, waarvoor hij of zij meer wil betalen, wijst de praktijk toch anders uit. Als het puntje bij het kooppaaltje komt wil de consument een zo laag mogelijke prijssticker zien. Veelal wordt dan alsnog voor een product uit de conventionele landbouw gekozen.
Wat zegt ons dit nu? Dat biologische landbouw weinig toegevoegde consumentwaarde biedt? Nou nee, want de markt voor biologische producten is sterk aan het toenemen. Er zijn meerdere onderzoeken die dit uitwijzen. Ook draagt de focus van de maatschappij op een duurzame toekomst bij aan het groeiende belang van biologische landbouwproducten.
Naast de nadelen zijn er ook veel voordelen voor wat betreft biologische landbouw. Deze zijn onder andere (in willekeurige volgorde):
Hoewel veel consumenten aangeven voor biologisch voedsel te kiezen uit gezondheidsoverwegingen, is de biologische landbouw niet op het produceren van gezonder voedsel gericht. Het enige waar je met een biologisch voedselproduct van verzekerd bent, is dat er bij de landbouwmethodiek rekening is gehouden met de belasting op de natuur. De biologische landbouw heeft als doel deze zo laag mogelijk te houden door voor milieu- en diervriendelijke landbouwproductiemethoden te kiezen.
Dit betekent overigens niet dat biologisch voedstel niet gezonder zou kunnen zijn. Onderzoeken tot nu toe hebben echter nog niet uitgewezen dat dit significant het geval is.
Sommige wetenschappers beweren dat er nauwelijks verschil in voedingswaarde zit tussen industrieel geproduceerd voedsel en voedsel geproduceerd door biologische landbouw. Het Voedingscentrum gaat nog een stap verder: niet-biologisch voedsel is even gezond als biologisch voedsel.
Er zijn zelfs onderzoeken die stellen dat biologische producten meer gifstoffen van zogeheten ‘mycotoxinen’ bevatten. Oftewel van schimmels. Dit omdat in de biologische landbouw de schimmelvorming moeilijker te bestrijden is. Zo kunnen graansoorten getroffen worden door een afrijpingsziekte. Dit kan dan weer een verhoogd DON-gehalte tot gevolg hebben.
Wel is het zo dat biologisch vlees bijvoorbeeld een lager risico oplevert op bacteriën die resistent zijn. Ook zijn er onderzoeken die uitwijzen dat het verbod op synthetische bestrijdingsmiddelen positief bijdraagt aan de gezondheid van biologisch voedsel.